Mijn collega vond deze site waarop vele PPT’s te downloaden zijn. Hiermee kan je het automatiseren van bewerkingen inoefenen. Bepaal zelf hoeveel tijd de kinderen krijgen om elke oefening op te lossen. Het opvragen van de antwoorden kan ook op verschillende manieren gebeuren:
- Stiftenmapje (blad in een insteekhoes, kan je makkelijk beschrijven met een white board marker. De stift en een papieren doekje gaan mee in de hoes als je het stiftenmapje niet gebruikt.) De leerlingen noteren het antwoord met de white board marker.
- Vingers tonen
- Geef de kinderen kaarten met daarop de cijfers van 0 – 10. Op jouw tekenen tonen ze het juiste antwoord.
Voor het structureerwoord ‘weg’ heb ik een zoek-je-partner die met de nieuwe letter verder oefent op 3e pers. enk. Dit werkt volgens hetzelfde principe als de zoek-je-partner die hoort bij ‘huis’.
Er is ook nog een tweede zoek-je-partner waarbij de leerlingen op zoek gaan naar een woord dat maar 1 letter verschilt met hun woord. Bijvoorbeeld: daar – waar. De woorden komen ook voor in het leesboek op p. 6.
De lettermat vind je hier.
Geef meer dan les 